Mijn peuter stormt op me af. Hij heeft zelf een soort zwaard gemaakt van Duplo. Hij roept met een diepe brulstem tegen mij: 'Ik maak je dood!' en er volgt een woeste lach.
.
Nu denk je vast: die kijkt teveel gewelddadige filmpjes. Dat was ook het onderliggende verwijt in de vraag die ik pas kreeg: 'Hoe komt hij daaraan?' Nee, onze peuter haalt zijn geweld niet uit filmpjes; integendeel: meneer is gefascineerd door de Bijbelse geschiedenis van David en Goliath. In de Kijk- en luisterbijbel die we gebruiken staat ook nog eens dat de Israëlieten blij zijn als Goliath dood op de grond valt. Dus leg nu als mama maar eens uit dat het echt niet de bedoeling is dat je iedereen tegen de grond mept, laat staan een ander vermoord!
.
Hier loop ik aan tegen de grenzen van het besef van een peuter. Hij snapt niet wat dood is; hij overziet niet het definitieve ervan. Ik wel. Toch?
.
Nu ik er rustig over nadenk, denk ik, dat ik het ook niet besef. Of, nou ja hoe moet je dat zeggen, dat ik me er niet ten volle van bewust ben. Waarom besteed ik anders zo weinig tijd aan de dingen die er echt toe doen? De dood is immers het einde van de genadetijd?! .
'En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.' - Prediker 12:1. Mijn beste tijd moet en mag ik besteden in dienst van de Heere! 'Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.' - Hebreeën 13:14. Dat is het doel van het leven, van mijn leven! Dan is de dood geen einde, maar een doorgang. Dan wordt er ook gejuicht als de dood intreedt, omdat er dan een zondaar voor eeuwig gered is en zal juichen voor Gods troon!
.
De vraag voor vandaag: besef ik het definitieve van de dood? Wat doe ik ermee?